Sulawesi

Onze aankomst in Makassar (Udung Pandang) verliep vlot. Al snel hadden we een slaapplaats gevonden (op aanraden van Dewi, gids op de boot van Bintan naar Jakarta). Eigenlijk is de stad niet zo veel bijzonders. Het is gewoon een stad.

Het enige wat wel interesant is, is Fort Rotterdam. Het is in Nederlandse stijl gebouwd en door de Nederlanders gebruikt ter verdediging. Nu bevat het twee wel aardige musea.Wij zijn dan ook maar een nacht in Makassar gebleven. De volgende dag zijn we naar Sengkang gegaan.

Sengkang

Natuurlijk hadden we 's morgens de verkeerde bus gekozen. Er stonden er twee en, achteraf gezien, ging de ene om 09.00 uur en de bus waar wij in zaten pas om 10.00 uur. Onderweg hadden we nog pech ook dus we kwamen pas om 17.00 uur aan in Sengkang.

Bij Sengkang heb je een zeer groot meer wat wel de moeite waard is. Toen we bij het hotel aankwamen begon de eigenaar al direct opdringerig te praten over een boottocht die we de volgende ochtend konden doen. Wij vonden zijn prijs alleen en beetje aan de hoge kant dus zijn we niet met hem meegegaan. Wij zijn gewoon zelf naar de waterkant gelopen en hebben een boot gehuurd voor de helft van de prijs.

De vaste medewerkers waren bij het hotel trouwens allemaal niet zo vriendelijk. Elke keer zeuren en erg opdringerig waren ze. Maar goed dat we er maar twee nachten hebben geslapen.

Vanuit Sengkang hebben we een bus gepakt richting Pare-Pare. Vlak voor Pare-Pare werden we uit de bus gezet. Hier is een kruising waar de bus naar Rantepao (Tana Toraja) langs gaat. Tijdens het wachten op de bus naar Rantepao kwam er een klein busje aan die, dezelfde kant op moest. De man vroeg of we mee wilden rijden voor een goede prijs. Dit zou ons niet alleen tijd schelen, maar het was nog een stuk comfortabeler ook. Dus dat hebben we maar gedaan. Met z'n drieeen (Ruben, een belg die we ontmoet hadden in Makassar reisde met ons mee) konden we ruim achterin zitten.De chauffeur wilde ons eerst in het Pison hotel afzetten. Wij hebben uit beleefdheid nog even naar de kamers gekeken. Wel erg mooi maar toch een beetje te duur voor ons. Wij hebben ons toen in Mace Homestay af laten zetten. Mace betekent in de streektaal Mama. Nou het was ook een echte mama. Eerder een oma trouwens. 's Morgens kregen we een stevig ontbijt met pannemkoeken en bananen. Elke middag nadat we thuiskwamen van het wandelen kregen we thee en fruit. Echt een fantastische plek om te zijn.

Tana Toraja

Tana Toraja is een streek in Zuid Sulawesi. Het heeft niet alleen schitterende natuur maar ook zeer bijzondere mensen. De mensen zijn chritenen maar hebben dit gemengd met hun mistieke oude geloof.Je kunt hier dan ook naar een begravenis ceremonie gaan die uitlopen tot enkele dagen feesten. De mensen vinden het goed als je hier als tourist langskomt en ze willen dan ook graag uitleg geven.Ook de architectuur is zeer bijzonder. Vreemde huizen sieren hier het landschap.

Je kunt hier fantastisch wandelen door de bossen en rijstvelden. Onderweg zie je allerlei dorpjes met deze vreemde huizen.

Wij hebben hier drie volle dagen gewandeld. De eerste dag zijn we naar Bolu gegaan (ligt praktisch tegen Rantepao aan). Hier hadden ze namelijk een traditionele waterbuffelo en varkens markt. Deze wordt maar eens in de zes dagen gehouden. De mensen in Toaja gebruiken de buffelo maar weinig om het land te bewerken. Hij wordt vooral voor de offering bij begrafenisceremonies gebruikt. Het was wel leuk om hier even te kijken. Bij de varkens was het een oorverdovend lawaai van de varkens. Ze worden namelijk allemaal vast gebonden op een soort brancard van riet. Hierdoor liggen ze maar een beetje op hun zij en kunnen ze zich niet bewegen. Best wel zielig eigenlijk.Van hieruit zijn we naar Tongka gelopen. Over de weg waren we een beetje te ver gelopen. We konden de graven en tau-tau (dit zijn balkonnen met poppen erop om hun voorouders te eren. Deze vindt je bij graven) wel zien maar wisten niet helemaal hoe we er moesten komen. Dus maar dwars door de rijstvelden. Met ons ongelovelijke richtingsgevoel zijn we er toch nog gekomen.Erg apart om dit allemaal te zien. Het leuke was dat we en vrouw tegenkwamen die erg goed Engels sprak. Het enige waar ze het over had was dat er zo weinig touristen kwamen terwijl Indonesie helemaal niet gevaarlijk is. En weet je wat, ze heeft nog gelijk ook!!

Vanaf hier zijn we weer teruggelopen naar Rantepao om naar Kete Kesu te gaan, wat aan de andere kant van Rantepao ligt.
Kete Kesu is eigenlijk meer een museum dorp. Er woont niemand meer maar er staan nog mooie oude traditionele huizen en je vindt er een aantal grot graven.De tweede dag zijn we met een bemo (openbaar vervoer) naar Lemo gegaan. Hier heb je de mooiste en grootste tau-tau. Van hieruit zijn we teruggelopen naar Londa. Door de rijstvelden en het bos. Steeds als we mensen tegenkwamen moesten we even de weg vragen. De wandeling was schitterend. In Londa heb je vel hangende graven en nog enkele grotten met graven erin.

We hadden gehoord dat er een ceremonie aan de gang was. Eigenlijk hadden we de dag ervoor heen moeten gaan. Want toen waren er allerlei processies en dansen. Wij zijn er op dag drie geweest. Ook best leuk. En zo krijg je toch een beetje een indruk van het gebeuren. Deze dag waren er allerlei stieren gevechten. Na de gevechten slachten ze de stieren en wordt het vlees verdeeld onder de gasten.

Begravenissen zijn in deze streek heel bijzonder. Als mensen doodgaan kan het soms wel een jaar tot enkele jaren duren voordat ze begraven worden. De nabestaanden moeten namelijk genoeg kapitaal verzamelen om de persoon een waardig afschijdt te geven. Sommige ceremonies kunnen dan ook wel enkele dagen duren. Eigenlijk was het seizoen van de begravenissen in Juli/Augustus als de oogst geweest was en de mensen tijd hebben. Tegenwoordig is dit niet meer het geval. Door moderne technieken kunnen ze nu meer malen per jaar oogsten. Het is nog wel zo dat de meeste nog in Juli/Augustus plaatsvinden. Simpelweg omdat er dan vakanties zijn en voor zo'n begravenis komt de familie uit de heel Indonesie over.

Na de ceremonoie zijn we met een bemo naar Lempo gegaan. Van hieruit kun je naar Batutumonga lopen. Hier heb je echt een fantastisch uitzicht. Wij zijn nog doorgelopen naar Loko Mate (grot graven), Pana (nog meer graven in een grot) en Tikala. Vanaf Tikala hebben we weer een bemo teruggenomen naar onze homestay. Wij vonden de streek hier fantastisch en eigenlijk was het jammer dat we maar zo weinig tijd hadden. Een dag extra had ons iets meer ruimte gegeven. Maar ja,.... we willen ook nog de rest van Sulawesi bekijken.

De volgende dag zijn we naar Pendolo gegaan. De bus zou ons rond 10.00 uur bij onze homestay afhalen. Hij kwam pas om 11.00 uur aanrijden. Dit is iets waar wij nooit aan zullen wennen. Later hoorden we van Ruben (ja, die zijn we nog enkele keren tegengekomen) dat ze hem pas om 13.00 uur kwamen ophalen. Natuurlijk hadden we ook weer pech onderweg. We kwamen ook pas om 21.30 uur aan en het regende pijpenstelen.Gelukkig hadden ze ons redelijk dicht bij ons onderkomen afgezet.

Pendolo en Tentena
In Pendolo hebben we eigenlijk niets gedaan. 's Morgens zijn we een beetje de omgeving gaan verkennen maar 's middags begon het al weer te regenen. Eigenlijk best jammer want we lazen dat er een zeer mooie orchideeentuin is die zeker de moeite waard is.

Vanaf Pendolo gaat er maar een boot naar Tentena. Alleen 's morgens vroeg om 07.00 uur. Deze vertrekt voor bij Pendolo cottage. Later vernamen we dat er ook nog een boot rond dezelfde tijd van een andere plaats vertrekt. De boottocht duurde maar twee uur met gevolg dat we al om 10.00 uur bij ons volgende hotel waren. Tentena is onder reizigers vooral bekend om zijn waterval. Wij wilden deze de volgende dag gaan bekijken. Er was ons allen niet verteld dat Tentena op zondag is uitgestorven. Geen openbaar vervoer en geen busje om te chateren. Helemaal niets. Tentena is namelijk zeer christelijk. Iedereen zit bijna de hele dag in de kerk. 's Morgens om 04.00 uur (ja, ze willen de moslims voor zijn; en deze beginnen om 06.00 uur) beginnen ze al met kerkgezang uit een luidspreker over de stad. Vervolgens hebben ze kerkdiensten om 07.00, 09.00 en 11.00 uur. Volgens ons hebben de Nederlandse zendingen hier hun werk een beetje te goed gedaan.

Aangezien we niet bij de waterval konden komen hebben we maar een poging gedaan om naar Poso te gaan.Ons werd al geadviseerd om naar de busterminal te gaan. Het busstation is niet in gebruik maar de kans dat daar een bus langs kwam naar Poso, was het  gootst. Het busstation is nu een militaire post. Zoals in bijna heel centraal Sulawesi zie je veel militairen. In december 2001 zijn hier namelijk nogal wat gevechten geweest tussen de moslims en de christenen. Op zich merk je er niets meer van. Alleen nog veel militairen en er is een vluchtelingenkamp voor christenen in Tentena. Ook zie je nog veel afgebrande huizen rond Poso.

Maar ja, wij stonden dus bij zo'n militaire post te wachten op een bus. De militairen spraken weinig Engels en ons Indonesisch is ook nog niet echt toereikend voor een goed gesprek. Dus een beetje met handen en voeten konden we duidelijk maken wat we wilden. Aangezien zij van het "zondag" probleem wisten probeerden ze elke automobilist te vragen of ze naar Poso gingen. Na ongeveer een uur kwam er een militairvoertuig aan. Zo'n vrachtwagen waar troepen in worden vervoerd. Zij moesten naar Poso en gelukkig konden we achterin meerijden. Weer eens wat anders dan al die overvolle bussen. Al snel stapten er nog een aantal vrouwen in. Onderweg werden we bijna een bus en heben we de inwoners van het ene naar het andere dorp gebracht. Uiteindelijk zetten de militairen ons netjes af bij de busmaatschappij om naar Palu te gaan. Ze wilden niets voor de reis hebben dus dat was nog goedkoop ook.

Aangezien het nog maar 13.45 uur was toen we in Poso aankwamen wilden we liever direct door naar Palu. De bus ging om 14.00 uur en zou er acht uur ovre don. Uiteindelijk deed hij er 10 uur over omdat de weg was opgebroken voor wegwerkzaamheden. En de weg was deels weggeslagen. Ons uiteindelijke doel was Tanjung Karan bij Donggala in de buurt. Aangezien we pas om 23.00 uur in Palu arriveerden zijn we de volgende dag daar heen gegaan. Maar niet voordat we eerst even hadden geinternet. Het internetten op Sulawesi is namelijk lang niet overal mogelijk. Er zijn maar een beperkt aantal steden waar dit kan dus als het kan maken we er wel even gebruik van.

Tanjung Karang.

Tanjung Karang ligt eigenlijk op het eind van de wereld. Zo'n gevoel geeft het in ieder geval. Wij zaten bij Harmoni Cottage. Hier betaal je een prijs voor een hutje inclusief drie maaltijden (zoals overal hier). Het lit aan het strand en vanaf het strand kun je gelijk gaan snorkelen. Geen gezeur met huren van boten of iets dergelijks. En er is fantastisch koraal te zien vlak bij de kust. Hier zagen we zelfs van het zachte koraal dat altijd zo mooi door de golven waait. En de vissen zijn echt fantastisch. Wij vonden het nog mooier dan in Lovina (Bali).

Ons allereerste plan was eigenlijk om naar Bunaken eiland te gaan. Dit ligt in de buurt van Menado. Maar we hoorden in Tentena van iemand dat heir een entree van $15 wordt gevraagd. Het is namelijk een nationaal park. Wij vonden dit een beetje buiten proporties en hebben daarom gekozen voor Tanjung Karang. Nu we hier eenmaal zitten hebben we absoluut geen spijt. Hier is het echt fantastisch.

Tomohon

Vanaf Tanjung Karang wilden we naar Tomohon gaan. Dit is een kleine stad ten zuidwesten van Manado. Dit betekende dat we eerst met een auto terug naar Palu moesten (ong. 1 uur). Vervolgens een bus nemen die gebouwd is voor Aziaten (geen ruimte voor je benen zelfs niet voor mij, ong. 24 uur). En dan nog een bus naar Tomohon (ong. 40 min.). Dit is natuurlijk zonder wachttijden want die zijn hier onvoormijdelijk. Het betekend dus dat we 10 april om 11.00 uur vanuit Tanjung Karang zijn vertrokken en op 11 april om 14.00 uur in Kakaskasan (iets ten noorden van Tomohon) aankwamen.
In de LP gaven ze namelijk aan dat hier een leuke homestay was. Wij geven de voorkeur aan een homestay omdat die iets persoonlijker zijn en vaak wat gezelliger.

De aangegeven homestay was redelijk maar wij zijn naar de buren gegaan. Deze vonden wij beter (Lokon Valley homestay).
Hier hebben ze zeer goede informatie en dat is in zo'n gebied altijd handig. Ze hebben zelfs op een A-4tje alle bezienswaardigheden aangegeven en hoe je er moet komen. Zeer handig. Zoals de naam al een beetje aangeeft ligt het aan de voet van de Lokon vulkaan. Toen wij er waren was Mt Lokon weer actief. Onze tweede nacht zagen we er zelfs grote stofwolken uitkomen. Zeer spectaculair. De volgende dag hoorden we dat hij 's Morgens vroeg ook wat vuur had gespuwd. Jammer dat we toen nog lagen te slapen.

Aangezien de Mt Lokon behoorlijk actief is (laatste uitbarstig was in 1991) werd ons geadviseerd om niet naar boven te gaan.Aan de andere kan van Tomonon ligt Mt Mahawu. Dit is een minder actieve vulkaan. We konden hier wel op. Na een korte tocht met een microlet (ja de busjes hebben overal een andere naam) moesten we de laatste 45 minuten zelf  omhoog klimmen. Vanaf deze berg hadden we wel een zeer goed uitzicht op Mt Lokon. De tocht omhoog is zeer mooi maar oook het "rondje" om de krater is een leuke wandeltocht. Verder hebben we die middag nog de hotsprings van Loangowan en Lake Linow gezien.

De hotsprings vielen een beetje tegen. Er werd gezegd dat je er een bad kon nemen en dat er kleedruimtes waren. Niets van dat was er meer. Ze hadden een mooi pad maar dat was deels weggeslagen en vor de rest zag het er een beetje vervallen uit.
Het meer was wel mooi. Vooral de verschillende kleuren. Toen we eenmaal weer op de terugweg waren begon het zo hard te regenen dat we eerst moesten schuilen (terwijl dat ze ons verteld hadden dat het nier nooit regende).

De tweede dag zijn we 's morgens naar het vulkanologisch centrum geweest. Hier monitoren en adviseren ze over de vulkanologische omgeving. Ook werd er in de LP gesproken over mooie foto's en veel informatie. Helaas. Er waren twee mannen die geen engels spraken en er stonden 3 seismograven om de verschillende vulkanen in de gaten te houden. En ja, er
waren foto's. Drie, wel geteld. En alle drie waren ze van de uitbarsting van 1991.

Verder zijn we nog naar een Warunga geweest. Dit is een verzameling oude sacrofagen. De begraafplaats bevat 144 Waruga van wisselende ouderdom en een klein museum. De waruga zijn rechthoekige stenen grafkamers met gaten in het mdden en en puntig dak.

Volgens legenden wisten mensen in de voorchristelijke tijden van hun dood kort voordat het overlijden plaatsvond. Begifitgd met bovennatuurlijke krachten droegen ze in hun eentje een reusachtige stenen graftombe, de bovenkant balanceerde op hun hoofd, naar de plek van hun keuze. De sacrofaag werd op de grond gezet; de overledene werd er later in geplaatst,  rechtopzittend op een porceleinene schaal. De traditie eiste dat het licham werd versiert met waardevolle sieraden; kleding was niet toegestaan. Het deksel werd op een laag dichtingsmateriaal geplaatst.Voor iedereen zat er een ander versiersel op het deksel. Zo waren de Jagers, Spanjaarden, Portugezen en Nederlanders allemaal anders. In 1828 dwong een epidemie de koloniale regering ertoe bovengrondse graven te verbieden.

In het museum zijn een aantal oude voorwerpen te viden. Onder andere wat armbanden, kettigen en schalen. Maar ook onze koninklijke familie hangt er trots aan de muur.

Op het omliggende kerkhof (wat nog steeds wordt gebruikt) liggen ook nog een aantal Nederlandse graven. Als je erheen gaat loopt een vrouw mee. Zij heeft de sleutel en kan alles over de waruga vertellen. Ze doet dit in half Nederlands, half Engels. Het is wel zeer leuk om zo een uitleg te krijgen.

Op de terugweg zijn we nog naar een Chineze pagoda gelopen. Als je het vraagt kun je helemaal naar boven en heb je een zeer mooi uitzicht over de omgeving. Dit is zeker de moeite waard.

De tweede avond dat wij hier waren vroeg Tommy (de zoon van de familie) of we zin hadden om mee te gaan naar een bruiloft. Hij deedt ons een beetje voor dat het een traditionele was met muziek en dans. Eigenlijk viel dat een beetje tegen. Het begon om 19.00 uur. Eerst moesten we iemand de handschudden bij binnenkomst. Later bleek dit de  ceremoniemeester te zijn. Iedereen kreeg een leuk presentje. Toen bijna iedereen binnen was kwam het bruidspaar en de ouders. Deze gingen op het podium zitten. Iedereen moest nu naar voren komen om hun te feliciteren. Ondertussen werd er een beetje westerse muziek gespeeld op een keyboard. Het bruidspaar was ook erg in het westers gekleed. Van Tommy hoorden we dat hij het bruidspaar eigenlijk helemaal niet kende maar was uitgenodigd dus ging hij erheen. Ze hadden ongeveer iedere week  zo'n feest.Het bruidspaar had ong. 2000 mensen (zeer normaal aantal) uitgenodigd. Meer dan de helft kenden ze niet, maar die hadden ze uitgenodigd om ze niet te beledigen. Toen iedereen ongeveer het bruidspaar had gefeliciteerd werden er borden en
bestek uitgedeeld. Ondertussen zong de dominee nog een lied. Vervolgens werd  er gezamelijk gebeden voor het bruidspaar. En toen was het eten geblazen. Een beter woord is misschien wel vreten. Iedreeen viel op het eten aan alsof ze in weken niet hadden gegeten (terwijl ze bijna elke week zo'n vreetpatij hebben). En als je zag hoeveel er nog overbleef...... onvoorstelbaar.Hierna ging eigenlijk het overgrote deel van de gasten naar huis (het was toen 1,5 uur later). Aangezien Tommy en zijn vrouw er ook een beetje genoeg van hadden zijn we ook maar gegaan. Dit betekend ouders en bruidspaar weer een handje geven (en enveloppe met inhoud) en wegwezen. Voor ons was dit allemaal een beetje vreemd maar wel leuk om een keer mee te maken.

Tangkoko-Batuangas Dua Saudara

Vanaf Tomohon zijn we naar Tangkoko National park gegaan. Dit is een van de meest toegankelijke parken van Sulawesi. Vooral de weg ernaar toe was spectaculair. Er was bijna geen weg en we moesten dan ook reizen met een pick-up. Achterop een grote pick-up hadden ze planken gelegd waarop je kon zitten. Soms had ik wel even het idee dat ik naar beneden viel maar gelukkig viel het mee. Na een woeste rit van een uur kwamen bij Mama Ruus (homestay) aan. De cottage waren jammer genoeg allemaal bezet door een stel Japanners. Dus moesten we wel in een kamer.

's Middags zijn we even naar de zee gelopen. Over Lovina (Bali) werd gezegd dat ze zwart strandzand had maar hier was het echt zwart. Vergeleken met hier was Lovina nog grijs. Echt zeer apart gezicht.

De volgende ochtend zijn we met een gids het park ingegaan. Het park staat vooral bekend om zijn vogels en dan vooral de Hornbill. Dus wij ook op zoek naar deze volgels. 's Morgens vroeg zagen we al een vliegen maar later zagen  we er ook nog een hoog in de boom zitten. Maar het leukste was wel de apen. Er zat een groep apen in de bomen. Volgens de gids zouden ze spoedig naar beneden komen om vruchten te zoeken. Dus wij rustig op de grond zitten en afwachten maar. Om het proces wat te verspoedigen haalde onze gids een banaan te voorschijn. Hij mag hem niet aan de apen geven maar mag hem wel tonen. Hierdoor kwamen de apen een voor een naar beneden. Echt fantastisch om te zien. Sommigen zaten op een paar meter afstand bij ons vandaan.

Vanaf de apen zijn we nog naar een holle boom gelopen. Dit is een oude verrotte boom waar een andere boom omheen is gegroeid. Hierdoor is een natuurlijke trap ontstaan. Je kunt hier helemaal naar boven klimmen. Bart heeft een stukje gedaan maar is ook maar weer terug gekomen. Het was best wel eng.

Normaal gesproken kun je nog een avondtour doen. Dan ga je kijken bij de cus-cus slaapplaatsen. Dit zijn een soort aapjes die veel in dit park voorkomen. Aangezein wij 's middags al weer weg gingen konden we een cus-cus bij onze gids thuis zien. Hij heeft er namelijk een als huisdier. Dit zijn aapjes met hele grote ogen en hele lange staarten. Ze leven voornamelijk 's nachts.

Manado

Vanaf het park zijn we naar Manado gegaan. Manado is eigenlijk een saaie grote stad. Wat nog wel zeer leuk is, is een bezoek aan het museum. Voor nog geen kwartje krijg je een rondleiding. Het is wel leuk opgezet en ze hebben de geschiedenis van Noord-Sulawesi een beetje in beeld proberen te brengen.

Voor de rest hebben we voornamelijk gebruik gemaakt van het internet. Ons verhaal weer een beetje up-daten en onze mailbox weer eens opschonen.Op 17 april zijn we naar Denpasar (Bali) gevlogen.

Op Bali hebben we nog twee dagen in Kuta gezeten. Nog even een luxe hotel genomen voordat we naar het duurdere Australie gaan. Ons hotel had eeen heerlijke warme douche (wel nodig na een maandje) en een zwembad voor de deur. Wat wil je nog meer, echt vakantie.

Op 20 april vliegen we naar Darwin. Maar afwachten wat Australie ons te bieden heeft. We hebben er in ieder geval wel zin in. We zijn het wachten (op vooral bussen), de uitspraak "hello mister" en andere Aziatische ongemakkelijkheden nu wel een beetje moe. Maar toch hebben we een fantastische tijd gehad in dit werelddeel.

Groeten en tot horens,

Bart en Klaske