Terug naar Maleisie Kuala Lumpur Miri. De tweede dag is het erg slecht weer. Eigenlijk regent het de hele dag. De grotten hebben een soort openingstijden. Ze zijn wel de hele dag open maar de verlichting is maar voor bepaalde uren aan.
Wij wilden 's middags naar de "Lang & Deer Cave" gaan. Aangezien deze alleen maar 's middags waren geopend zijn we 's morgens eerst naar het resort gelopen. Er is namelijk een zeer luxe resort net buiten het park. Wij waren wel
een beetje nieuwsgierig hoe dit er uitzag. Tevens wilden we wat informatie over de activiteiten die ze organiseren. Ze hebben daar namelijk kayaks, mountain bikes enz. Het resort was erg luxe maar de activiteiten waren wel leuk
misschien dus een idee voor een dag. Ook hadden ze er nog een soort uitkijkheuvel. Hier zijn we even op geklommen maar er was niet zoveel te zien. Het regende nog steeds een beetje. Helaas. Gelukkig werd het 's middags droog en
zijn we naar de Caves gelopen. De Deer-cave is ernorm groot en lang, de paden zijn goed en vlak. Eigenlijk niet echt spectaculair. De Lang-cave is daar in tegen erg mooi. Veel stalactieten en stalagmieten met zeer mooie formaties.
De derde dag was Klaske ziek. Buikpijn en diaree. Ze kon dus niet bij de WC weggaan. Bart is toen met de rest van de groep naar de Wind en Water Cave geweest. De volgende dag voelde Klaske zich wat beter en zijn we nog samen bij
deze Caves geweest. De meeste mensen gaan per boot naar deze caves maar er is ook een pad omhoog. Wij zijn dus te voet gegaan. Veel trappen op en af en door een zeer donkere "derde" cave kwamen we eerst bij de Wind Cave. Hier
hebben we eerst een praatje gemaakt met de ranger. Hij vertelde nog trots dat hij de koning had rondgeleid tijdens zijn bezoek. Vervolgens zijn we de cave gaan bezoeken. Mooie formaties. Vanaf hier zijn we naar de Clear Water Cave
gelopen. Dit is een cave met en rivier erin. Je kan ook een adventure cave trip organiseren van de Wind Cave naar de Clear Water Cave. Maar omdat er een regatta (bootrace) was waar bijna alle rangers heen waar en kon dit niet toen
wij er waren wel jammer. Na het bekijken van de twee caves zijn wij bij de Clear Water cave gaan zwemmen. IJskoud water maar wel lekker verkoelend. De laatste avond hebben we (Bart, Klaske en Twong) weer bij ons
"stam"-restaurant gegeten. Na het eten nodigen de mensen van het restaurant ons nog uit om met hun nog wat te gaan drinken. Eerst in het restaurant zelf. De rijstwijn kwam op tafel (gelukkig nog maar twee weken oud dus nog niet zo
sterk) en natuurlijk de bier blikjes. Ook kwamen de buren nog langs. Nadat het restaurant leeg was kwam en traditionele muziek in de cassette speler en gingen ze traditionele dansen voordoen. Natuurlijk moesten we dit ook doen. Dus
gehesen in een traditioneel pak en dan maar dansen. Erg leuk. Vervolgens zijn we in een busje gestapt om verderop nog wat te gaan drinken. Verderop betekend hier letterlijk verderop, misschien 1 km. Daar werd het drinken
voortgezet en natuurlijk karaoke ……… De buren hadden een jongetje van twee mee en die ging ook me. Ze lieten hem zelfs bier met een rietje drinken. Dat was echt erg, hij was gewoon dronken. De laatste dag hebben we nog een stuk
van het Mulu pad gelopen. Om 14.55 uur hebben we afscheidt genomen van Twong en zijn we weer naar Miri gevlogen. Toen we aankwamen in Miri konden we een lift naar de stad krijgen. Met het gevolg dat we helemaal Bart zijn mes
waren vergeten. Toen we in de stad waren kwamen we daar achter. Dus eenmaal weer terug in de stad moest Klaske weer terug naar het vliegveld met de bus. Gelukkig ging er nog net een bus heen en terug. Maar vooral belangrijk was het
mes lag er nog. Richting Sabah Om naar Sabah te gaan kun je over land en vliegen. Omdat als je over land gaat via Brunei moet wilden we dat in ieder geval een keer proberen. We moeten namelijk nog terug dus dat gaan we
waarschijnlijk wel vliegen. Om 7.00 uur hadden we een bus naar de grens met Brunei. Ook Christoffer (Duitser) nam deze bus dus hebben we gezellig met z'n drieën gereisd. Dus eerst een bus naar de grens van Maleisië, daar je
paspoort laten stempelen. Vervolgens met de bus naar de grens van Brunei. Hier moesten we met bagage en al uitstappen. Hier gingen ze zelfs nog kijken en vragen of je alcohol in je tassen had. We moesten hier trouwens ook van bus
verwisselen. Eigenlijk ging alles erg vlot. Vervolgens hadden we een bus naar Kuala Belait. Hier konden we eindelijk Brunei dollars pinnen. En toen de volgende bus naar Seria om vervolgens eindelijk met de laatste bus in Bandar
Seri Begawan (hoofdstad Brunei) te arriveren. We hebben dus van 7.00 tot 13.00 uur alleen maar bussen gewisseld. Maar ja, toch ook wel weer leuk zo sleuren met je rugzak. Het hostel was een beetje onduidelijk. Gelukkig kwamen wij
op straat al iemand tegen die daar ook heen moest. Eigenlijk ligt het aan een groot sportcomplex met allerlei sportzalen en een zwembad. Het kantoor van de hostel was gesloten dus besloten we om onze spullen in de gang te zetten en
de stad in te gaan. We zijn met een boot naar Kampung Ayer gegaan. Een dorp gebouwd op palen aan de andere kant van de rivier. Hier zijn allemaal plankenwalks doorheen. Erg leuk om doorheen te lopen. Uit alle hoeken hoor je "hello"
schreeuwen. Toen we weer terug waren in de stad was het inmiddels bijna 15.00 uur. Het kantoor van de hostel zou dan open zijn en eigenlijk waren we allemaal wel in voor een duik. Aangekomen bij de hostel was het
kantoor open en het zwembad ook. Dus eerst kamers geregeld. Hier hebben ze nog gescheiden slaapzalen waardoor wij voor het eerst niet samen op een kamer sliepen. Er waren verder geen mannen aanwezig maar ik sliep met nog drie
anderen op een kamer. 's Middags hebben we nog een heerlijke duik in het zwembad genomen. 's Avonds was iedereen wel te porren om naar het grootste pretpark ter wereld (??) te gaan. De man van het hostel kon vervoer voor ons
regelen. Eerst wilde de chauffeur/gids niet met 7 mensen in de auto. Het was namelijk een personenauto en hij was namelijk een beetje bang voor de politie. Maar na wat proppen (5 op de achterbank) en Bart voorin ging het net.
Gelukkig was het maar 25 min rijden. Toen de deuren eindelijk weer open gingen kon iedereen zich weer een beetje ontvouwen. Wij dachten dat het park gratis was en dat je voor een aantal attracties moeste betalen. Mooi niet! Voor 1
Brunei dollar mocht je naar binnen en voor B$15 kon je onbeperkt in de attracties. Wij gaven nu de kaartjes steeds (ongemerkt) aan elkaar zodat we allemaal in de attracties konden. Onze chauffeur/gids werd daar een beetje
zenuwachtig van dus ging hij maar ergens anders heen en maakte met ons de afspraak om, om 22.00 uur weer ergens te verzamelen. Het park was wel groot maar of het, het grootste was daar twijfelden we aan. Het was in ieder geval de
meest bijzondere die we tot nu toe gezien hebben. Als je binnenkomt zie je een grote fontein met een echte zeer grote diamant bovenop. In de hekken zitten paarden hoofden van zilver. En veel is met bladgoud afgezet. Sinds het
park niet meer gratis is komen er bijna geen mensen meer. Hooguit honderd per avond. Daarvoor kwamen er duizenden. De meeste attracties zijn tegenwoordig privé bezit. Deze willen nu natuurlijk ook iets verdienen. Rond 22.00 uur
begon de muziekfonteinen. Wij zaten ondertussen met de hele groep iets te eten en konden niet o tijd zijn. Toen we aankwamen was onze chauffeur nergens te bekennen. En wij mochten alleen naar binnen als we B$2 betaalden. Dus mooi
niet….. 10 min. Later mochten we zo naar binnen om hem te zoeken. Zo hebben we ook het laatste del van de muziekfontein nog gezien. Best grappig. OM 22.30 uur gingen we weer met een zeer volle auto terug naar onze hostel. Het was
wel grappig maar als we van te voren hadden geweten dat we zoveel entree moesten betalen hadden we het waarschijnlijk niet gedaan. De volgende ochtend was al weer vroeg opstaan om de bus naar Muara te gaan. Hier vandaan vertrekt
een boot naar Pulau Labuan. Een taxfree paradijs. Hier aangekomen konden we eigenlijk direct een boot nemen naar Kota Kinabalu. Kota Kinabalu Kota Kinabalu (afgekort KK) is de hoofdstad van Sabah. Toen we uit de boot stapten
waren we een beetje gedesoriënteerd aangezien we niet zaten waar we dachten dat we uit waren gestapt. Maar uiteindelijk, na wat rondvragen, kwamen we bij het info. Centrum aan. Hier hebben we wat folders weggehaald en navraag
gedaan over een of andere homestay waar we over gehoord hadden. De vrouwen van het info.centrum adviseerden ons om bij Planet Kinabalu te gaan kijken. Een nieuw hostel. Het was er zeer schoon en de kamers zagen er goed uit. Er was
bijna niemand. Dat is als je nog niet in de gidsen staat, lekker rustig en dus echt iets voor ons. KK is opzich een van de vele steden. Het is wel leuk om even over de central- en Filippijnse markt e struinen. De nacht markt is
ook zeker de moeite waard. Vooral als je net als Bart van die lekkere zoetigheden houdt die ze hier zo goed kunnen maken. Ons Maleisisch is niet echt goed maar een paar woorden weten we wel. Zo weten we ook hoe we de prijs in het
Maleisisch moeten vragen. Dus dat deed Bart dan ook vrolijk. Alleen hielden we er geen rekening mee dat de verkoopster een heel verhaal in het Maleisisch ging vertellen. Onze gezichten moeten wel heel vreemd hebben gestaan want de
hele omgeving begon ineens hard te lachen. Gelukkig kon wel iemand ons vertellen hoeveel het was. In het Engels. We zijn ook nog even naar de uitkijkpost geweest. Wel leuk om over de stad te kijken. Een bezoek aan het Sabah
museum is ook zeker de moeite waard. Het is wel wat lastig te vinden, want ons kaartje was een beetje onduidelijk. Hier wordt veel uitleg gegeven over de verschillende volkeren op Sabah. Een aantal uur kun je hier dan ook wel
besteden. Aangezien in de buurt van KK ook een NP is waar de Rafflesia (grootste bloem van de wereld, met soms een diameter van 1m) groeit hebben we bij het info. Centrum gevraagd of er een bloeide. Deze parasieten bloeien
namelijk maar voor ongeveer drie dagen. Gelukkig stond er nog een in bloei. Wij wilden er eigenlijk met de bus heen maar deze vertrok een beetje laat. Gelukkig waren er nog twee toeristen die er ook heen wilden. Samen met hun
hebben we een taxi gehuurd. Dit was namelijk maar een beetje duurder dan de bus. Het probleem was alleen dat onze chauffeur dacht dat hij een formule 1 coureur was. We waren dan ook blij toen we er waren. Bij het info. Centrum
vroegen ze nog of we een gids wilden. Maar wij wisten dat dat niet echt nodig was. Het pad was inderdaad redelijk duidelijk. Een aantal keren was het wat onduidelijk maar zo loop je wel eens een stukje verkeerd en dan zie je ineens
de beroemde bloem. Zo zagen wij namelijk ook onze eerste. Dit was wel een andere dan ze bij het info.centrum in KK hadden verteld.We hadden dus een nieuwe gevonden. Hij was nog erg mooi rood van kleur. Alleen was het jammer dat dit
niet zo'n hele grote was; ongeveer een diameter van 20 cm. Er zijn namelijk ±12 soorten en ze zijn niet allemaal z groot. Eenmaal weer op het goede pad kwamen we ook de andere tegen. Deze was veel donkerder en ouder. Al bijna aan
het doodgaan. Eenmaal weer terug bij het visitorscentrum hebben we weer een bus naar KK genomen. Uncle Tan Vanaf KK zijn we 8 aug. Naar Sepilok vertrokken. Wij wilden naar de rivier de Kinabatangan. Dit is Sabah's langste
rivier. Langs deze rivier en in de omgeving ervan is bijna al het oerwoud gekapt o palmolie te winnen. Hele velden met palmbomen. Ze hebben en klein stuk over gelaten waar het nu heel makkelijk is om wilde dieren te zien. Uncle Tan
is een begrip. Als je ook vanaf KK de bus naar Sandakan neemt en je verteld de chauffeur dat je naar Uncle Tan wilt dan wordt je bijna voor de deur afgezet. Zo wij ook. Wee kwamen om ongeveer 13.30 uur aan. Wij dachten dat we pas
de volgende dag konden vertrekken maar er ging om 14.30 uur een groep naar het kamp toe en wij konden nog me. Maar eerst moesten we eten. Een tafel vol met eten en fruit heerlijk. Vervolgens papieren invullen, betalen en met z'n
allen in de minibusjes. Het was ongeveer een uur rijden naar de bootjes. Vervolgens gingen we de rivier op. Dit was ook nog zo'n 1,5 uur. Onderweg zagen we al verschillend apen soorten, vogels enz. Het kamp was zeer primitief.
Een aantal hutjes op palen. De hutjes waren gemaakt van hout met een simpel dak. Er was een matras en muskietennetten. De douche was een houten hokje met een kleed ervoor. Ze hadden hierin een ton met water staan om je te wassen .
Een beetje als een Indonesische mandi. Toen we aankwamen was de thee al klaar met heerlijke rijsttaart. Vervolgens was het instaleren en even rondkijken. Na het avondeten hadden we nog een "bootsafari". Of te wel met z'n allen
in de boten, grote lampen mee en dan een stuk van de rivier afvaren op zoek naar wilde dieren. We zagen wat apen (Red leave monkey, Probiscus (neus aap) en de Macaque) en enkele uilen. We hadden niet erg veel gezien maar ja….. De
volgende ochtend zaten we allemaal om 6.00 uur weer fris in de bootjes voor de ochtend safari. Nu zagen we mee. De andere boot spotte zelfs enkele olifanten maar helaas wij hebben deze niet gezien. Wel weer veel apen, hoornbills
(vogels met een hoorn op de snavel) en vele andere vogels. Het is alleen moeilijk om te fotograferen. Alleen met een telelens zou je echt mooie foto's kunnen maken. Je ziet alles wel aar het is toch nog ver weg. Na de safari kwamen
we weer terug in het kamp. Toen was het ontbijten en vervolgens afscheid nemen van d oude groep. Wij zijn daarna eens tuk gaan lopen. Er is eigenlijk nog maar een wandelpad. We hebben niet zoveel gezien. Vooral veel insecten en
vlinders. 's Middags hebben we een beetje rondgehangen. Eigenlijk was het ook een beetje t warm om iets te doen. We hebben nog een beetje gepeddeld op de rivier (meer) nar dat was het ook wel. 's Middags rond 17.00 uur kwam de
nieuwe groep weer. En eigelijk is het programma dan hetzelfde. Een nacht- en een ochtendsafari. Bij ons kamp hingen veel Macaque apen rond. Ze gingen vruchten eten uit de boom. Best grappig. Ook zagen we enkele Monitor Lizzards
(lijken een beetje op kleine komodo dragons). En een aantal wilde varkens. Tijdens e ochtend safari zagen we nog enkele krokodillen en dacht een van de bootsmannen dat hij een orang-oetang zag. Helaas toen wij allemaal aan land
waren was hij niet meer te vinden. Je kon hem nog wel ruiken. Ook zagen we veel oude orang-oetang nesten. Na de ochtend safari en het ontbijt was het onze beurt weer om terug te gaan. Na afscheidt genomen te hebben van Uncle Tan
en naar zijn fantastische verhalen geluisterd te hebben zijn we eerst met de boot en vervolgens weer met de bus naar zijn guesthouse in Sepilok gegaan. Toen we daar aankwamen stond er weer een overvolle tafel met eten klaar voor
ons. Mt. Kinabalu NP Om 14.00 uur hebben we de bus genomen richting Mt. Kinabalu NP. In Kundasang zijn we uitgestapt om bij David's B&B te gaan slapen. En dat was lekker slapen. Een redelijk bed maar omdat we hier op hoogte
zitten een lekkere koele temperatuur. We hadden zelfs dekens nodig. De volgende ochtend hadden e een heerlijk ontbijt. Daarna zijn we naar Mt. Kinabalu gegaan. De meeste mensen die hier komen, komen om de berg te beklimmen. Het
schijnt een relatief gemakkelijke klim te zijn. De eerste dag naar zo'n 3000 m en vervolgens de tweede dag naar de top op zo'n 4000 m. Wij hadden niet echt de behoefte om omhoog te gaan. Wat bij ons de pret ook wel een beetje
drukte was e prijs en dat je enmass omhoog loopt. Wij hebben dus lekker in het park zelf rondgelopen. Goedgemarkeerde paden. Ongelofelijk veel bloemen en insecten (ook vervelende) onderweg. Om 15.00 uur waren we wel een beetje
uitgelopen en hebben we onze tassen bij HQ weggehaald en zijn we met een minibus teruggegaan naar KK. Aangezien we heen (van Miri naar KK) over land zijn gegaan wilden we nu eigenlijk wel vliegen. Het is bijna even duur en qua
tijd is het maar een 10de. Bij Malaysian Airlines hebben we ook direct navraag gedaan voor een vlucht naar Bario. Dit ligt in de binnen landen van Sarawak en is alleen bereikbaar per vliegtuig (of je moet lopen). Er
waren eigenlijk geen plaatsen meer naar Bario. We zijn dan ook op de wachtlijst gezet voor woensdag de 14de. Met de mededeling dat we in Miri maar verder moesten informeren. Eigenlijk wilden we deze dag naar een van de
eilanden voor KK gaan om te snorkelen. Maar 's morgens regende het en we hadden niet zoveel zin om erg lang te wachten. We zijn daarom 's middags maar terug gevlogen naar Mierik. Voor de zoveelste keer Mierik Aangezien we
Mierik onderhand wel hadden gezien wilden we zo snel mogelijk weer weg. We hebben voor de nacht eens een ander hotel uitgezocht. De volgende ochtend was onze eerste missie een ticket voor Brio regelen. Wij weer naar
het MAS kantoor. Hier konden ze ons tickets voor Brio geven maar dan niet eerder dan de 17de. Dat betekende pas over 4 dagen. Deze hebben we toch maar gekocht. We wilden niet in Mierik blijven dus zijn we naar het long
distance busstation (3 km uit centrum) gegaan om te kijken of er nog een bus naar Sibu ging. En ja. Hoor om 10.30 uur. Gelukkig was er nog plaats. Vanaf Sibu proberen we dan naar Kapit te gaan. Sibu en Kapit Om ±}
18.00 uur arriveerden we op Sibu Long distance busstation. Een meneer was zo vriendelijk om ons de bushalte naar de stad te wijzen. Toen we daar net 5 min. Zaten te wachten stopte Kenny met z'n auto. We mochten wel meerijden naar
het centrum. Eerst reed hij drie rondjes door het centrum om ons alles te laten zien en om ons hotel te zoeken. Vervolgens werden we voor de deur afgezet met de mededeling dat we, als we terug kwamen uit Kapit we maar naar zijn
broer moesten gaan. Deze zou hem dan bellen en dan zou hij ons wel weer naar het busstation brengen. Wat een vriendelijkheid. De volgende ochtend zijn we met de snelle boot naar Kapit, een redelijke stad aan de Rejang rivier,
vertrokken. Hier wilden we onze 1e
longhouse bezoeken. We hebben een tour geboekt voor de volgende dag. Je moet voor dit soort dingen bijna altijd een tour boeken. De mensen in de Longhouse spreken namelijk geen of nauwelijks engels en ja, wij spreken hun taal niet.
De rest van de dag hebben we Kapit verkent. Er is niet zoveel te beleven, maar de bedrijvigheid op de markt en op het water is altijd leuk. Kapit is eigenlijk een vreemde stad. Er is geen weg naar Kapit (alles moet over water)
toch zijn er erg veel auto's. Er bestaat een 35 km lange weg waar ze deze kunnen gebruiken. De volgende dag "melden" we ons om 9.45 uur bij de touroperator. We gingen met nog een ander stel naar de Longhouse. De gids had de
cadeau's mee gebracht (zakjes snoep voor de kinderen en sigaretten voor de mannen). We zijn met de auto naar een Iban longhouse geweest. Het bezoek met de gids was leuk. Zo konden we van alles vragen over het leven van de Iban.
Toch is zo'n bezoek altijd een "aapjes-kijken". In de longhouse hingen nog de schedels vanuit de koppensnellers tijd. Na een tijdje gaat het toch een beetje "vervelen". Je bezoekt namelijk veel gezinnen en iedereen vraagt je
hetzelfde of je vraagt hun hetzelfde. Onderweg terug zagen we nog even de "afbrand" techniek voor land winning. Een klein gebied ging in vlammen op en veroorzaakt veel rook. We waren op tijd terug in Kapit voor de 14.00 uur
boot naar Sibu. In Sibu probeerden we het "café" van Kenny's familie te vinden. Deze bleek helaas dicht. De volgende ochtend was het "café" wel open en zagen we zijn zus en vader. Bario – Kelabit Highlands We hadden weer een
twin-otter naar Bario en hij was niet eens vol. Verbazingwekkend na al die verhalen die we gehoord hebben over tickets. Door de vele rook van de branden (vooral in Kalimantan) konden we weinig zien vanuit het vliegtuig. Echt zonde.
Maar eenmaal in Bario was da snel vergeten. Bario betekent eigenlijk "valei van de wind" en dat merk je gelijk als je uitstapt. Een lekker koel briesje. Wij verbaasden ons er echter over dat de vliegtijd bijna gelijk was dan naar
Mulu NP, terwijl de afstand op de kaart wel twee keer zo ver leek.Maar na twee keer navragen waren we wel overtuigd dat we in bario waren gelandt. Na het uitstappen stond Wilson Bala al voor onze nieuw met de vraag wat onze plannen
waren. Hij was gids hier en kon wel het een en ander regelen. Wij wilden toch eerst wel even naar een hotel om onze tassen af te geven en even wat te drinken. Wilson bracht ons naar Tarawe's. Dit is de hostel in Bario zelf dus
lekker dicht bij alles. Hier kon Wilon ons ook rustig uitleggen wat allemaal mogelijk was. Wat ons het meest aansprak was een toer van drie dagen. De eerste dag zouden we naar een longhouse lopen (achteraf bleek dit Wilson's eigen
longhouse te zijn). Vervolgens zouden we richting het regenwoud lopen om daar nog een nacht te spenderen en dan dag drie weer terug. Nadat we dat geregeld hadden was het nog maar 12.00 uur. Nog een hele middag te gaan dus. We
wisten dat er in de buurt van Bario zout werd gewonnen. Volgens Wilson konden we er wel heen fietsen. Wij fietsen gehuurd bij de overburen (Rosa's) en hier ook gelijk ons avondeten besteld. Wild boare (wild zwijn) met curry. De
mountainbikes waren van uitstekende kwaliteit en nadat we een zelfgetekende kaart van Wilson mee hadden gekregen konden we op pad. De fietstocht was erg leuk. Langs een aantal Longhouses, over een gammele hangbrug en door vel
kuilen en over vele bulten. Een leuke uitdaging. Eigenlijk wisten we niet helemaal waar we naar moesten zoeken maar toen het pa ineens ophield bij een gebouwtje hadden we een vermoeden dat het daar was. Na we rond struinen
vonden we wat zout en wisten we het zeker. Er waren alleen geen mensen aan het werk. Het was namelijk rijstplant seizoen. En rijst is in deze regio toch wel de hoofd business. Om 18.00 uur gingen we naar Rosa's voor ons
uitgebreide diner. En het was heerlijk. Het was jachtseizoen voor wild boare toen wij er waren dus dit was eigenlijk het enige verse vlees wat we konden krijgen. Bario is een plaats welke alleen maar per vliegtuig te bereiken is.
Met het gevolg dat alles moet worden ingevlogen, zelfs auto's. En er kunnen alleen maar kleine vliegtuigen landen omdat de landingsstrip niet zo groot is. Auto's worden dan ook gedemonteerd, in een vliegtuig geladen. Je moet je
voorstellen een Twin-otter waar alle stoelen uit zijn, hier word dan een gedemonteerde auto in geladen en zo vliegen ze naar Bario. En dit gaat met alles. De kippen, eten, drinken maar ook al het huishoudelijke wat maar nodig is.
Zeer moeilijk om dit voor te stellen. 's Avonds na het eten was er alom consternatie. Wij waren namelijk met twee engelse gearriveerd en deze hadden hun kamer op slot gedaan en de sleutel was nergens te vinden. John Tarawe is
normaal gesproken in de lodge maar hij was voor enkele dagen in Miri. Nu was Wilson de baas maar die was nergens te vinden. Alleen een oude vrouwe en de huishoudelijke hulp waren er. Deze spreken beide weinig engels dus een beetje
moeilijk communiceren. En op de een of andere manier was de generator niet aan. Dus al met al een "leuke" situatie. Gelukkig konden we van Rosa wat kaarsen krijgen en na wat wrikken met een mes konden we ook de deur weer open
krijgen en gelukkig kwam Wilson ook weer terug……. Al met al viel het dus wel mee. De volgende dag (zondag) wilden we eerst wat gaan ontbijten. Rosa's was dicht. Bijna alle minderheden hebben een christelijk geloof en iedereen in
Bario was dan ook bijna in de kerk te vinden. Gelukkig was er nog ergens een mie-soup te krijgen. Vandaag zouden we aan onze trek beginnen. Aangezien de longhouse niet zo ver weg was hadden we niet zoveel haast. 's Morgens zijn
we dan ook eerst met Andrew (onze tweede gids) rond Bario gaan lopen. Langs de kostschool (kinderen vanuit de hele regio komen hier naar school) en langs de kerk. Vrolijk zingende en klappende mensen in de kerk. Een beetje als je
altijd bij de "zwarte"kerken ziet. Vervolgens zijn we weer terug gelopen naar Tarawe's. Na de lunch zijn we dan op pad gegaan. Vier mensen en vier honden (deze zijn nodig voor het jagen). Eenmaal in de Jungle werd ons al snel
geleerd hoe we aan water konden komen. Dit was door een stuk van een wordtel los te snijden (wel een aparte boom, niet iedere willekeurige boom) en deze boven je mond te houden. Langzaam kwam er dan water uit. Een andere manier
was om bamboe open te kapen. Door van dunner bamboe een rietje te maken kon je uit de segmenten water drinken. Tevens leerden we al snel dat er veel soorten rotan in de Jungle leven. De hebben zeer scherpe stekles maar als je deze
eraf haalt is het heel handig en zeer goed te gebruiken voor vallen, maar ook om dingen aan elkaar te binden. Onze gidsen bouwden nog een ingenieuze val voor ons. Alleen maar om te demonstreren natuurlijk. Vervolgens hebben we hem
weer gedemonteerd. 's Avonds hebben we geslapen in de longhouse van Wilson. Dit is een lange gang met aan de ene kant allerlei keukens en aan de andere de slaapvertrekken. De gang is een soort gezamenlijke ruimte waar iedereen
bij elkaar komt. Er was geen elektriciteit maar voor de rest was het niet zo primitief als wij hadden gedacht. Nadat we eerst groente en fruit hadden geplukt in Wilsons tuin kon er worden gekookt. En dit was weer overheerlijk met
zeer veel wild boare. Voordat we vertrokken had Klaske al een beetje diarree. Wilson had nog een of andere wordtel in huis. Als je daar thee van maakte dan hielp het. De drie dagen dat we onderweg waren heeft Klaske er
verschillende koppen van gedronken. Met het gevolg dat ze twee keer moest overgeven en een dag alleen maar water poepte maar na twee dagen was het wel een stuk minder. Na een heerlijke nacht slapen begon eigenlijk ons
echteavontuur. Wij met onze bepakking en Andrew en Wilson met kapmessen geweren. Natuurlijk gingen ook Andrew's honden mee. Na een uur lopen hoorden de honden een vogel. Zij er achteraan met Andrew en zijn geweer op de hielen. Het
bleek een jungle kip te zijn. Deze werd ter plekke vakkundig gestript door Andrew. Ondertussen deden wij het wat schonere werk. Jungle groente zoeken. Blaadjes en stronkjes van verschillende planten. Om ongeveer 13.00uur waren we
bij ons kamp. Dit was al een oude aangezien de gidsen niet elke keer een nieuwe kunnen maken. Wij kregen drie canvas zakken en twee oomstammen. De boomstammen moesten we tussen de zakken spannen. Vervolgens op andere boomstammen
leggen. Zo hadden we een soort hangmatten waar we in konden slapen. Zeer comfortabel. Vervolgens hebben we als lunch eerst d kip opgepeuzeld. Nadat we onze magen gevuld hadden moesten we vlees hebben voor het diner. Dus zijn we
gaan jagen. Op dit moment was het wild boare seizoen dus dat was eigenlijk de bedoeling. Maar na een uur kwam iedereen met lege handen thuis. Wilson kon het toch niet helemaal uitstaan dus ging hij het nog eens alleen proberen.
Na een half uurtje hoorden we ineens twee knallen. Dus de honden er snel heen en Andrew natuurlijk ook. Even later kwamen ze met twee barking deer (een soort ree) terug. Nu hadden we gelukkig genoeg vlees. Ze gingen ze slachten en
ophangen in de oom tegen de eventuele nachtdieren. 's Avonds hebben we weer heerlijk gegeten. Na een redelijke nacht was Klaske wel het ziek maar ja, je moet door. Nadat we alles weer netjes op hadden geruimd gingen we dan ook
weer bepakt en bezakt op pad. Een mooie tocht om en over de rivier. Voor de lunch hadden we rijst met ge-bbq-de ree. Terwijl de gidsen dit klaar maakten heeft Klaske even een middagdutje in de hangmat gedaan. Daarna voelde ze
zich zo goed dat ze weer wat heeft gegeten. Het laatste stuk ging dan ook wat sneller. We zijn s middags naar de waterval gelopen. Daar hebben we even onze voeten afgekoeld in het water en zijn vervolgens weer naar Bario gelopen.
Onderweg zijn we nog even naar een Longhouse geweest en hebben we nog even wat gedronken op een goed einde van onze trip. 's Avonds hebben we weer in Tarawe's geslapen. John, de eigenaar, was weer terug en hij speelde dan ook
weer mooi gitaar. Er kwamen nog een aantal familieleden van John en Wilson langs dus al met al werd het teen gezellige avond. De volgende ochtend hebben we afscheidt genomen van iedereen en zijn we weer op het vliegtuig naar Miri
gestapt. In Miri hebben we de rest van de bagage weer opgehaald van Thai Foo Inn en om 16.30 uur hebben we de bus naar Kuching gepakt. Hier kwamen we de volgende ochtend om 7.45 uur aan. Kuching Vanuit de bus zagen we het
informatie centrum al dus daar zijn we eerst maar heen gelopen. We wilden namelijk graag de volgende dag naar Bako NP en hiervoor moesten we overnachting bij het info.centrum regelen. Nadat dat geregeld was, konden we op zoek naar
een slaapplaats. Dit was iets moeilijker. Eigenlijk zijn er maar twee goedkope slaapplaatsen in Kuching. De ene is achter de kerk. Deze hostel word gebruikt voor priesters die voor kerkzaken naar de kerk komen. Op dit momenten was
er een conferentie van de kerk dus daar konden we niet slapen. En de andere goedkope plek (B&B In) was vol. Dus moeste we op zoek naar een iets duurder alternatief. De konden we redelijk snel vinden. 's Middags zijn we de
stad nog even doorgelopen en inderdaad hier kun je van alles aan souvenirs kopen. Hier kunnen we ons dus nog wel even uitleven. Bako NP Op in Bako NP te komen moesten we eerst de bus naar Bako nemen en vervolgens nog de boot
naar Bako NP. Toen wij aankwamen was het water zo laag dat de boot niet meer verder kon dus het laatste stukje moesten we door het water lopen. Na het inchecken en ons weer installeren in de hostel hebben we de eerste paden van het
NP verkent. En het was direct duidelijk. Dit werd drie dagen erg veel zweten. Niet dat het er erg warm was maar de vochtigheidsgraad was zeer hoog. De eerste dag hebben we de lintangloop gelopen. Een rondje door vier
verschillende bos typen. Ook zagen we hier onze eerste pitcherplants (bekerplanten) Heel bijzonder. Deze planten hebben water in hun beker. En soort lokstof lokken ze insecten. Deze verdrinken in het water. De stoffen die hierbij
vrijkomen daar leeft de pitcherplant van. Toen we aan het eind van het rondje bijna weer bij het hoofdkwartier waren zagen we nog een proboscus aap. Hoog in de bomen zaten ze te eten. We konden ze eigenlijk best goed zien en
voor het eerst zie je dan ook goed de verschillen tussen een mannetje en een vrouwtje. Bij het hoofdkwartier lopen ook veel apen rond. Dit zijn longtail makaykes. Deze zijn erg agressief. Ze zijn vooral uit op eten. Laat je dit
rondslingeren dan is het gegarandeerd weg als de apen er achterkomen. De tweede dag starte met regen en onweer. Wee konden dus niet weg. Maar zolang we bij onze kamer bleven konden de ramen wel even open. Dit was wel even lekker
verfrissend. Rond het hoofdkwartier waren ook nog vele eekhoorntjes en enkele wild boare te zien. Deze laatste zien er wel erg ruw uit. Toen het ophield met regenen hebben we alle ramen en deuren weer gesloten, voor de
apen, en zijn gaan ontbijten. Vervolgens zijn we naar de waterval gelopen. Hier hebben we ons heerlijk laten afkoelen in het koude water. Vanaf de waterval zijn we nog naar een van de vele strandje s gelopen. Hier hebben we nog
even in zee gezwommen, maar eigenlijk was het water een beetje te warm. Toen we weer terug kwamen bij het hoofdkwartier kwam een van de medewerkers naar ons toe. Hij bleef maar zeggen "My-key in your room". Wij begrepen hieruit
dat zijn sleutel bij ons in de kamer lag. Maar toen we bij onze kamer aankwamen snapten we het al; hij bedoelde "Monkey in your room". Er was 's morgens namelijk een fransman bij ons in de kamer gekomen. Deze dacht "Laat ik de
ramen even openzetten, voor wat frisse lucht". Op zich geen probleem maar hij was weggegaan en zo'n kans laten de apen natuurlijk niet liggen. Ze waren met z'n allen naar binnengegaan op zoek naar eten. Wij hadden alleen maar
koffiezakjes mee. Blijkbaar vonden ze deze zo lekker dat ze, ze allemaal leeg hadden gegeten. Ze zijn zelfs zo slim dat ze risten van tassen open kunnen maken. Alleen had onze Nederlandse buurman geprobeerd om de apen uit onze
kamer te halen. Toen zingen ze ook nog met hun chips ervan door. Toen wij dus in de kamer aankwamen waren we behoorlijk nijdig op de fransman. Overal hingen waarschuwingen en wij hadden er zelf nog zo goed om gedacht. Gelukkig was
er niet echt iets stuk. En na onze (vooral Klaske) uitval zal hij het nooit meer doen. Onze laatste ochtend liepen we nog even naar de mangrove. Het was laag water en dan is de kans groot dat de proboscus apen er zitten. Toen
wij er aankwamen zaten ze bijna op de "plankenwalk". Maar ze zagen ons ook en gingen toen toch maar op een wat veiligere afstand zitten. Maar voor ons was de kans uniek. Wij hadden ze nog nooit zo dichtbij gezien. 's Middags zijn
we met dezelfde bootsman weer teruggegaan. Als je aankomt dan maak je namelijk direct een afspraak voor vertrek. Hij stond ons dan ook keurig op te wachten op de afgesproken tijd en plaats. Kuchting Kuching is voor ons deze
laatste weken een beetje zoals Miri was. Een plaats waar we steeds terugkomen. Weer enkele nachten zitten en dan weer voor een paar nachten weg. Nadat we uit Bako terug kwamen konden we eerst weer niet in B&B inn maar gelukkig
de volgende dag wel. Naast souvenirs kopen is Kuching ook nog wel een leuke stad. Wij zijn nog naar het Sarawak Museum geweest. Het was wel leuk alleen jammer dat de nieuwe vleugel nog niet geopend was. Hierdoor was het allemaal
een beetje summier. Verder zijn we nog naar Fort Margharita geweest. Hiervoor moet je met en klein bootje naar de overkant van de rivier. Volgens alle folders en boeken was hierin het police museum gevestigd. Toen wij eraan
kwamen was het erg leeg. Alles bleek al naar het Sarawak museum te zijn verhuisd. Waarschijnlijk komt het in de nieuwe vleugel want wij hebben het niet gezien bij ons bezoek.
Voor de rest zijn er nog een aantal markten die leuk zijn om te bezoeken. Vooral de markt in India street. 's Avonds is het gezellig aan de waterkant. Toen wij er waren was er allemaal bedrijvigheid. Mensen waren aan het oefenen
voor de regatta (sloepen race) en er was een koor aan het zingen erg gezellig om er gewoon te gaan zitten. Wat ook zeker de moeite waard is, is de zondag markt. Eigenlijk start deze al op zaterdagmiddag als alle mensen van het
platteland naar Kuching komen om hun waren te verkopen. We zagen ook veel producten die we in Bario in de jungle hebben gegeten. Voor de rest verkopen ze er eigenlijk alles. Groente, fruit, vlees, vis maar ook huishoudelijk spul en
er zijn zelfs enkele souveniers verkopers. Wij hadden ook nog het geluk dat we op de Nationale bevrijdingsdag in Kuchen waren. Overdag was er niet zoveel te beleven maar 's avonds gingen jongeren met hun brommers en auto luidt
toeterend rondjes rijden door de straten. En vooral met de vlaggen omhoog en hun kelen schor geschreeuwd. Heel vreemd allemaal om zoiets mee te maken. Matang WC en Kubah NP Omdat we nog wat tijd over hadden en eigenlijk
niet meer in Kuching wilden zitten hebben we de twee boven genoemde parken nog bezocht. We wilden naar Matang met het openbaar vervoer en dan naar Kubah lopen en daar een nacht overnachten. De nacht hadden we al weer via het
info.centrum geregeld dus daar hoefden we ons geen zorgen over te maken. Wel moesten we ons eigen eten meenemen want bij Kubah is geen kantine o.i.d. Maar ja, een familie pak noodles doet het altijd goed en is niet zo zwaar. Het
grootste probleem was wel om zo goedkoop mogelijk in Matang te komen. Wisten dat er geen bus heen ging dus moesten we met een shared minibusje. Dit betekend in een busje stappen en net zo lang wachten totdat hij vol is om te
rijden. Al snel hadden we in de gaten dat dit een lange bedoeling zou worden. Na wat onderhandelen met verschillende mensen wilde een van de minibus bestuurders ons wel wegbrengen. In zijn eigen auto. Het bedrag was volgens ons
redelijk dus dat hebben we maar gedaan. Matang is een wild-life-centre waar ze verschillende dieren in hun natuurlijke omgeving proberen te laten zien. Het is geen dierentuin want hier proberen ze zieke of dieren die in
gevangenschap hebben geleefd eerst beter te maken en vervolgens weer in de natuur terug te brengen. In het park kun je een rondje van ongeveer een uur lopen. Dan zie je reeën, katachtige, porcupine (soort stekelvarken), hoornbills
en natuurlijk orang oetangs. Vooral de orang oetangs waren grappig. Maar omdat we er rond etenstijd waren (± 9.00 uur) waren alle dieren eigenlijk wel erg actief. Het is een leuke manier om de dieren die we op afstand in de natuur
hebben gezien nu van dicht bij zagen. Voor ons was het echt de moeite waard. Nadat we uitgekeken waren bij de dieren hebben we onze voettocht naar Kubah NP ondernomen. Volgens de papieren was het een drie uur durende wandeling
maar na een uur en 45 min waren wij al in Kubah. De wandeling was niet echt bijzonder maar wel leuk. Bart had zijn eerst bloedzuiger beet maar dat was ook ongeveer het spannendste. In Kubah NP hebben we nog een poging gedaan om
naar het uitkijkpunt te lopen. Maar hoe hoger we kwamen hoe meer het pad begroeid was. Totdat we ineens voor wel een heel grote afgrond stonden. Als we echt hadden gewild hadden we er nog wel over gekund om verder naar boven te
klimmen maar eigenlijk hadden we wel genoeg gelopen voor vandaag. In tegenstelling tot de paden was de hostel uitstekend. Een huiskamer, drie slaapkamers en een compleet uitgeruste keuken. We hebben dan ook heerlijk gegeten en
geslapen. E volgende dag zijn we weer terug gegaan naar Kuching. Semenggoh wild-life rehabilition centre Hier worden dieren die in gevangenschap hebben geleefd, middels een trainingsprogramma, getracht om in de natuur terug uit
te zetten. De grootste attractie hier is de voedertijden van de orang-oetangs. Je hebt ook zo'n plaats in Sabah maar daar betaal je 10x zo veel entree, dus vandaar dat wij hiervoor hebben gekozen. In het begin waarschuwen ze al
dat het niet zeker is dat je orang-oetangs ziet. Wij hebben de trip dan ook twee keer moeten maken om er een te zien. Maar ons tweede bezoek werd dan ook beloond. Moeder en een kleine kwamen samen langzaam door de bomen naar het
plateau toe. Echt fantastisch om te zien en wat zijn die beesten groot. Als je ze dan een banaan af ziet pellen dan hebben ze toch wel wat menselijke trekjes. Fairy Cave Een andere dagtrip vanuit Kuching is de Fairy Cave (en
eventueel de wind cave). Wij vertrokken eigenlijk al een beetje laat vanuit Kuching. Eerst moesten we een bus naar Bau nemen. Dat was geen probleem maar om van daaruit naar de cave te gaan des te meer. We hebben in Bau een uur en
45 min. gezeten. En uiteindelijk kwam er een bus die naar de kruising reed waar wij heen moesten. Vanaf die kruising moesten we nog 1,3 km lopen. En toen we er eigenlijk waren viel het ook een beetje tegen. Dit kwam natuurlijk ook
omdat wij al aardig wat grotten hebben gezien zo langzamerhand. Toen we vanaf de grot weer terug liepen naar de kruising zagen we onze bus net voorbij rijden. Er zat dan ook niets anders op om maar naar Bau te lopen. Maar na een
half uur staken we toch maar onze duim op om een lift te krijgen en gelukkig stopte de eerste auto die ons voorbij reed. Hier konden we nog net bij in en ze zetten ons netjes af bij het busstation. Zo kwamen we toch nog redelijk op
tijd terug in Kuching. Onze laatste dagen Onze laatste dagen op Sarawak hebben we in Damai/Santubong besteed. In een luxe homestay. Hier hebben we eigenlijk niets gedaan. Buiten het feit dat er niets is te doen (de folders doen
anders vermoeden) hadden wij ook niet zoveel zin meer. Op vier september zijn we dan ook met het vliegtuig naar Kuala Lumpur gevlogen. Daar hebben we onze achtergelaten bagage opgehaald en zijn op 5 september naar het vliegveld
gegaan. We moesten namelijk op 5 september inchecken en we vlogen op 6 september om 00.15 uur. Wenen Onze tussenstop in Wenen was leuk. We hebben onze handbagage in een kluis gestopt en zijn vervolgens naar de stad gegaan.
Omdat we de verkeerde bus hadden genomen en geen stadskaartje hadden moesten we eerst wel even zoeken. En ja, als je om 6.30 uur al in de stad staat wie vraag je dan de richting. We zijn een beetje rond gaan dwalen door de stad
en hebben de meeste grote gebouwen gezien. Vervolgens hebben we de bus (ditmaal de goede) weer terug genomen naar het vliegveld. Na nog een half uurtje vertraging gingen we dan eindelijk naar Amsterdam. En op Amsterdam was het
feest en gezellig. Allemaal familie was aanwezig, echt fantastisch om die weer terug te zien. En toen weer thuis………. |